Into Peru
Het duurt een half uurtje voordat ik Ecuador ‘officieel’ uit, en Peru in ben. Sinds ik bij het stempelhokje ben aangekomen hangt er al een taxichauffeur om me heen. Heel irritant. Maarja ik ben de enige toerist in de omgeving. Op het moment dat de stempels in het boekje worden gezet komt er een bus met toeristen aanrijden. Ik vraag aan de assistent buschauffeur of ik mee mag tot Tumbes of Mancora en hoeveel het kost. Terwijl hij aan het overleggen is met de buschauffeurs komen er twee ontzettende Karen’s op me af. Waar ik het lef vandaan haal om naar hun buschauffeur te gaan. De buschauffeur zegt dat er genoeg plek is en dat ik tegen betaling mee mag maar de Karen’s zijn het er niet mee eens. Ik probeer nog even zielig te doen, dat ik net ben opgelicht en dat ik bang ben maar het mag niet baten. De buschauffeur kan niet anders dan naar de twee Karens te luisteren. Er zit dus niets anders op dan met de taxichauffeur mee.
Ik begin gelijk enthousiast te vertellen over mijn vriendinnen in Mancora en dat zij daar op me wachten. De taxichauffeur wil gelijk een bus voor me regelen. Als ik hem nu betaal fixt hij het wel even maar dan moet het wel nu. Opeens kan ik geen Spaans meer en zeg in het Engels dat ik niet begrijp wat hij allemaal zegt en herhaal ‘Parada del autobus’. Gelukkig is het daarna stil. Ik kan voor 3 soles (0,75) nog wel een simkaartje bij hem kopen. Hij zorgt er zelfs voor dat m’n telefoon werkt en ik dus weer in verbinding sta met de buitenwereld. Ik zit dit half uur toch weer een stuk relaxter in de taxi.
In Tumbes aangekomen rijden we langs alle toeristische bushokjes (kleine winkeltjes waar je een buskaartje kan kopen en waar de verschillende bussen stoppen). In plaats van te stoppen rijden we naar een soort garage. Daar staat een minivan met een aantal locals te wachten, o.a. een paar kinderen en een oud vrouwtje. Er staan ook een aantal mannen omheen die gelijk van alles willen. Ik moet naar een apart hokje om te betalen en krijg zelfs een ‘buskaartje’ terwijl de mannen m’n rugzak op het dak gooien. Wanneer het busje vol is vertrekken we. Binnen een kwartier hebben we een vervelend kind, een echtelijke ruzie, drie soorten muziek door elkaar heen en wil de oude vrouw het raam dicht hebben terwijl iedereen zit weg te zweten. Dit zijn de leukste ritten, een goed begin in Peru!

Mancora
Mancora ligt aan de noordkust van Peru. Het surfkamp gaat niet door maar ik heb er toch voor gekozen om hier een nachtje door te brengen. Dan heb ik in ieder geval de tijd om uit te zoeken waar ik heen ga. Bij de busstop staan al een aantal tuktuks te wachten die je voor 5 sol meenemen. Ik slaap vannacht in het wildrover hostel. Het is een druk feesthostel maar wel met een lekker zwembad. Na m’n welverdiende hamburger en biertje ben ik nog net op tijd om de zonsondergang op het strand te bewonderen. ’s avonds nog even in de bar gehangen, zitten ouwehoeren en natuurlijk lek gestoken door de muggen.
Na een onrustig nachtje (dronken mensen die binnenkomen en een stelletje voor een avond die blijkbaar denken dat ze een privé kamer hebben) ben ik al vroeg wakker. Via het uitgestorven strand loop ik naar het centrum om te ontbijten, wat brood en water in te slaan en mijn bus te boeken. De volgende stop is Huanchaco. Terug in het hostel regel ik m’n volgende slaapplek en zoek ik alvast een surfschool uit. Ik heb een nachtbus en moet om 11 uur al uitchecken maar kan nog wel gebruik maken van het zwembad en de douches enzo. Een heerlijk relaxt dagje zo.


Huanchaco
De nachtbus van Máncora naar Trujillo doet er zo’n 10 uur over. Op het busstation in Máncora kom ik wat mensen tegen vanuit het hostel die dezelfde bus hadden. Ook zij hebben een slaapplek in Huanchaco, op ongeveer een half uurtje rijden van Trujillo. 6 mensen, 5 grote tassen en een surfplank passen blijkbaar prima in een Volkswagen Passat. Het hostel in Huanchaco is superrelaxt en ze hebben zelfs een pet turtle.



Ik heb een nacht of 5 in Huanchaco, Noord-Peru geboekt. Huanchaco is een relaxt vissers-dorp/ stadje met veel surfers. Ik heb surflessen van een surfkampioen, slenter door de straatjes en over het marktje. Ik doe middagdutjes, yoga en voetbal met de locals. Ontbijten doe ik in het hostel maar lunch en diner lekker makkelijk buiten de deur.



Vlakbij ligt Chan Chan. Chan Chan was de hoofdstad van het Chimu rijk en bestond uit 9 grote paleizen. Elk paleis was van een andere heerser en bestond uit een leefgedeelte, een begraafplaats en een ceremonieel gedeelte, inclusief grote vijver waar kinderen werden geofferd. Na het overlijden van de heerser werden zijn 90 vrouwen samen met hem begraven en werd het paleis een mausoleum. Van de 9 paleizen is er maar 1 goed bewaard gebleven. Deze is dan ook te bezoeken. Indrukwekkend om te zien hoe groot deze stad was en enigszins mee te krijgen hoe dit volk (pre-inca) leefde.


Iets waar ik nog niet aan heb kunnen wennen in Ecuador en Peru zijn de vele straathonden. Sommige hebben een eigenaar maar andere duidelijk niet. Sommige krijgen hun eten maar veel moeten zelf op zoek. Zolang de honden niet in de winkels komen tolereren de inwoners ze. Bij het winkeltje op de hoek was een hele lieve hond die duidelijk niet genoeg te eten kreeg. Zodra je haar wat aandacht gaf was ze gelijk je beste vriendin. Ik heb haar elke dag eten gegeven en gezorgd dat iemand anders het doet als ik weg ben. Misschien is het niet heel veel, but it’s something..
